Afbakening
Onder de nieuwe regelgeving wordt niet meer gesproken van een buffer maar van een afbakeningszone. Daarnaast kan er sprake zijn van veiligheidszones. Diverse regels leiden ertoe dat er veel meer besmet wordt verklaard dan onder de oude regelgeving. Deze regels houden in:
- Afbakening in de breedte:16 m breed aan weerszijde van de besmetting (afbeelding 2)
- Afbakening in de bewerkingsrichting: 111 m (afbeelding 2)
- Veiligheidszone: als tussen twee besmettingen 27 m of minder vrij is, wordt dit perceelgedeelte ook besmet verklaard, de zogenaamde veiligheidszone (afbeelding 3)
- Nieuwe afbakening van besmetting als bij bemonstering van besmet terrein opnieuw een besmetting wordt aangetroffen. Het besmet verklaarde perceelsgedeelte kan daardoor kleiner, maar ook groter worden dan de oorspronkelijke besmetting.
- Besmetting tegen niet harde perceelsscheiding aan: afbakening komt ook in niet bemonsterde perceel te liggen, tenzij dit toebehoort aan een andere gebruiksgerechtigde (afbeelding 5)
Afbeelding 2: Besmette strook met afbakeningszone. In dit voorbeeld wordt 43 x 411 m besmet verklaard
Wordt er in een bemonsteringsstrook van 11 x 300 m op een perceel van 600 m lengte bijvoorbeeld een besmetting gevonden dan wordt in de breedte 43 m besmet verklaard (16+11+16) en in de bewerkingsrichting 411 m (300+111) (afbeelding 2).
Veiligheidszone
Tussen twee besmette perceelsgedeelten moet minimaal 27 m vrij zijn. Liggen de perceelsgedeelten dichter bij elkaar dan wordt ook het tussenliggende perceelsgedeelte besmet verklaard. In het voorbeeld van afbeelding 3 is in twee stroken van 11 m een besmetting gevonden (strook 2 en 8) en wordt inclusief afbakening en veiligheidszone 104 m besmet verklaard, omdat er tussen de afbakeningszones van strook 2 en strook 8 minder dan 27 m vrij is.
Afbeelding 3: Voorbeeld besmetverklaring met veiligheidszone. De getallen boven de stroken geven de nummering van de stroken, de getallen in de stroken de breedte van de stook in meters
Afbakening bij oude en nieuwe besmetverklaringen
- Afbakening oude besmetting blijft ongewijzigd zolang niet opnieuw is bemonsterd
- Bij bemonsteren en opnieuw aantreffen van cysten in een oude besmetting, wordt wel opnieuw afgebakend
- Tussen oude en nieuwe besmetverklaringen moet ook minimaal 27 m vrij zijn. Ook als besmetverklaringen in verschillende jaren zijn opgelegd en er minder dan 27 m vrij is tussen beide besmettingen, wordt dit als veiligheidszone besmet verklaard.
In het voorbeeld van afbeelding 4 ligt er een besmetverklaring uit 2009, een strook van 11 m waarin een besmetting is gevonden met aan beide zijden, nog volgens de oude regelgeving, een buffer van 6 m.
In 2011 is het vrije perceelsgedeelte bemonsterd en is er in één strook van 11 m een besmetting gevonden. Aan beide zijden wordt een strook van 16 m ook besmet verklaard. Tussen beide besmettingen blijft nu een perceelsdeel van 22 m over. Dit wordt eveneens besmet verklaard. In totaal wordt dit perceel dus over een breedte van 88 m (6+11+6+22+16+11+16) besmet verklaard. De veiligheidszone krijgt als datum van oplegging 2009 mee, hoewel hij dus pas in 2011 is opgelegd (zie ook wachttermijn).
Afbeelding 4: Voorbeeld van een veiligheidszone tussen een oude en een nieuwe besmetverklaring. De getallen boven de stroken geven de nummering van de stroken, de getallen in de stroken de breedte van de stook in meters en het getal tussen haakjes het jaar van oplegging van de besmetverklaring
Wordt in het voorbeeld van afbeelding 4 in bemonsteringsjaar 2013 een bemonstering van besmet terrein uitgevoerd dan mag daarbij een bemonstering worden uitgevoerd van strook 2b t/m 6a (aannemend dat er een erkende maatregel is uitgevoerd op strook 2b t/m 4a). De veiligheidszone is opgelegd in 2011, maar mag dus worden gerekend bij de besmetting van 2009, ook als op die veiligheidsstrook geen maatregel is genomen. Er zijn nu verschillende mogelijkheden:
- Er wordt geen besmetting aangetroffen en strook 2b t/m 6a wordt vrijgegeven
- Er wordt weer een besmetting aangetroffen. Deze besmetting wordt dan opnieuw afgebakend met 16 m aan weerszijden. Wordt er bijvoorbeeld een besmetting aangetroffen in strook 2b, dan wordt door de afbakening naar links nu ook strook 1 en 2a besmet verklaard. Hoever de afbakening naar rechts loopt, hangt af in welke stroken een besmetting wordt aangetroffen.
Perceelsscheiding
Een andere belangrijke wijziging bij het afbakenen van een besmetting is dat de afbakening ruimer kan zijn dan het bemonsterde perceelsgedeelte.
Scheiding gewaspercelen
Stel dat in het voorbeeld van afbeelding 5 op het linker perceelsgedeelte suikerbieten staan en op het rechter gedeelte pootaardappelen hebben gestaan. Na de pootgoedteelt hebt u dat perceelsdeel laten bemonsteren en daarbij werd er in strook 2 een besmetting gevonden. De 16 m afbakening naar links komt dan in het bietenperceel.
Afbeelding 5: Voorbeeld besmetverklaring over perceelsgrens heen. De getallen boven de stroken geven de nummering van de stroken, de getallen in de stroken de breedte van de strook in meters
Harde perceelsscheiding
Ligt er tussen de beide gewaspercelen uit afbeelding 5 een harde perceelsscheiding, bijvoorbeeld een sloot, een kavelpad, een bossingel, dan gaat de besmetverklaring niet over die scheiding heen. Het heeft echter geen zin om vlak voor de bemonstering bijvoorbeeld een greppel te maken, want het moet gaan om een officiële perceelsscheiding die bekend is bij Dienst Regelingen.
Verschillende gebruiksgerechtigden
Een besmetverklaring gaat niet over een perceelsscheiding heen, als er sprake is van twee verschillende gebruiksgerechtigden. Ook in dit geval geldt weer dat het geen zin heeft vlak voor de bemonstering een deel van het perceel te verhuren, want het moet gaan om een langdurig gebruiksrecht.
Voor meer voorbeelden zie de website van de nVWA . (Zie het de documenten ‘Voorbeelden: Uitleg van de regels voor het vaststellen van een AM besmet terrein’ en Voorbeelden: Uitleg van de regels voor de afbakening van besmettingen bij bemonsteringen op AM besmet terrein’)