AM regelgeving
|
Valplek aardappelmoeheid
|
De nieuwe AM regelgeving is
1 juli 2010 van kracht geworden. Voor telers van pootaardappelen en ander uitgangsmateriaal zijn de gevolgen groot, maar ook voor telers van consumptie- en zetmeelaardappelen heeft het nieuwe beleid gevolgen.
Belangrijkste veranderingen
- De standaard monstergrootte voor het verkrijgen van een AM-onderzoeksverklaring is 1500 ml/ha (of 500 ml van 1/3 ha). Onder bepaalde voorwaarden mag bemonsterd worden met 600 ml/ha (200 ml van 1/3 ha).
- Afbakening van de besmetting (buffer) is nu 16 m aan weerszijde van de besmette strook. Die afbakening kan ruimer zijn dan het bemonsterde perceelsgedeelte als er geen harde perceelsscheiding is. Bovendien moet tussen twee besmettingen minimaal 27 m vrij zijn. Afbakening kan ook over de grens van een bestaande besmetverklaring heen gaan. In de bewerkingsrichting vindt een afbakening plaats van 111 m.
- Soortonderzoek is verplicht.
- Herbemonsteren van een besmet verklaard perceel mag pas na 6 jaar, of, als een officieel erkende maatregel is genomen om de besmetting te bestrijden, na 3 jaar. Officieel AMI onderzoek zonder wachttermijn is niet meer mogelijk.
- Voor een aantal bestemmingen is aanvullend onderzoek aan partijen pootgoed nodig. Bij aantreffen van levende cysten verliest een partij zijn pootgoedstatus. Borstelen of wassen is niet meer toegestaan.
- De helicoptersurvey voor het opsporen van valplekken is vervangen door grondonderzoek (jaarlijks 0,5% van het areaal consumptie- en zetmeelaardappelen).
- De mogelijkheid voor telen van aardappelen op besmet verklaard terrein is verruimd.
Lees verder:
Monstergrootte
AMI
Aanvragen officiële bemonstering
Afbakening van een besmetting
Opheffen van een besmetverklaring
Wachttermijn voor bemonstering van een besmet perceel
Erkende maatregelen
Bemonstering partij pootgoed
Survey in teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen
Aardappelteelt op besmet verklaard terrein